Genealogiekettenis

Geschiedenis

"Opdat zij niet vergeten worden"

 

In de inleiding van deze website is gesproken van drie geslachten Kettenis. Zij zijn niet de enigen. In het verdere verleden zijn er nog meer geslachten met die naam. De gegevens hiervan zijn onder anderen gevonden in het in 1907 in Aken uitgegeven boek, geschreven door prof. Herman Macco, getiteld : ''Aachener Wappen und Genealogien''. Prof. Macco schrijft het volgende:

Kettenis (kath.)

Een oud Akens geslacht afkomstig uit Kettenis bij Eupen en misschien van adellijke herkomst, hoewel de adellijke ''von Kettenissen'' in de 14. eeuw een ander wapen voerde. Ongetwijfeld heeft men het wapen met de ossenkop in de 15. eeuw naar aanleiding van het beroep van slager aangenomen. Reeds in de 15. eeuw genoot de familie met weinig anderen het voorrecht om in de stedelijke vleeshal in de Kockelelstrasze vlees te mogen verkopen. Rijk en van aanzien waren zij, belangrijke leden destijds van het gilde van Lewenberg. Zij hadden een aanzienlijk grond- en huizenbezit en geraakten herhaaldelijk op de eerste plaats van het stadsbestuur.
Tot zover prof. Macco die daarna vervolgt met een fragmentarisch verslag van de afstamming.

1. Adelijke familie

Wapen: Een door drie vogels begeleide schuine balk.

Dit wapen is getekend m.b.v. bovenstaande summiere beschrijving.

I. Poleyn von Kettenis, 1394 leenman van het munsterstift in Aken, +1420, X Agnes (Nese) von Kettenis, +1464, die in 1421 Wilhelm von Walhorn trouwde.

zonen:

1. Simon, volgt II
2. Poleyn (Pleyn), verkreeg in 1422 Bend tot Kettenis (leengoed?), die eertijds van Gilles von Brandenburg was.
3. Wilhelm Crumbeyn, herstelde in 1419 een verschrijving van zijn broer Simon op de hen toekomende goederen.

II. Simon Poleyn von Kettenis, 1419-46, dood in 1464, erkende in 1421 aan zijn broer (stiefbroer?) Konrad von Wailhorn en zijn vrouw Metze 40 mudden erfpacht schuldig te zijn, de helft baar, de helft in haver, waarvan 20 mudden na de dood van zijn stiefvader Wilhelm von Walhorn en zijn vrouw Metze eens de nagelate goederen aldaar, en 20 mudden na de dood van zijn moeder Agnes, wiens landgoederen bij Kettenis hij in het vooruitzicht had. Op 26 januari 1446 verkreeg hij de eens door zijn ouders gekochte landgoederen ''van der Vaise''. Hij trouwde Mechtildis (Metze) von Wailhorn, dochter van Wilhelm, die nog aan het einde van 1482 leefde.

Kinderen:

1.Agnes X op 12 januari 1415 Johann Bertolf in Aken, wiens concubine zij voordien was. Zij verkreeg op 12 januari 1415 de helft van de ''Hof zu Belven'', waarvan haar man de andere helft bezat. Op de zelfde datum verkoopt zij haar aandeel in Belven aan haar man, waarop deze de hele hof m.u.v. een tiende deel ten gunste van haar natuurlijke kinderen Johann en Simon Bertolf overdraagt. Johann Bertolf was van 1462 - 1508 schepen en herhaardelijk burgemeester van Aken.
2. Dorothea X Johann Vais van den Panhuys. Op 27 augustus 1464 droeg zij aan Metze von Wailhorn het na de dood van haar moeder Neze von Kettenis geerfde aandeel in Belven over. Johann Vais verkocht zijn aandeel aan zijn zwager Bertolf.
3. Poleyn.
4. Johann.
5. Alexander +1515.
Op 20 december 1454 dragen Conrad von Wailhorn en Johann Boesdall aan de gebroeders Poleyn en Johann von Kettenis de halve ''Hof zu Hergenraide'' over met het voorbehoud dat t.z.t. ,wanneer hun broer Alexander von Kettenis terugkeerd, zij hem een aandeel zullen toestaan.

                                     _________

von Kettenis, onderhorig aan het Munsterstift in Aken ?

Kinderen:

1. Agnes X Poleyn von Kettenis, 2. in 1421 X Wilhelm von Wailhorn. Op 13 februari 1454 ontving zij als weduwe van Wilhelm von Wailhorn de helft van de door haar broer Ulrich von Kettenis nagelaten goederen en renten te Kettenis, Hergenraide, Eynatten, Astenet en Wailhorn.
2. Ulrich von Kettenis, +1439, bezat een huis in de Pontstrasze in Aken die This von Eupen in 1480 aan Peter Buck verkocht. Op 8 juli 1420 droeg Jonkvrouw Aleidis von Kreckelberg en Johann von den Werde aan hem,de hen na de dood van H.Heinrich von Kreckelberg toegevallen lenen en renten te Lontzen over.
Ulrich X Lyse von der Merkatz, +1454, weduwe van Johann von Nuwedorp, in haar 3. huwelijk gertouwd met Diederich von Herve.
Zoon:
Simon, bastaard, ontving in 1425 van Johann von Liebermey, gen. Ruymtesche, 12 mudden haverrente en 15 morgen benden achter Liebermey.
3. Alexander, in 1419 met zijn broer Ulrich genoemd, komt in 1441 voor, is echter in 1452 dood.

                                     ________

Clais von Kettenis, broeder in de predikorde te Aken, verkreeg in 1472 van de stad 36 mark rente. Hij was de zoon van Dorothea von Wailhorn.

                                     ________

Het is duidelijk dat dit een warrig en nog al onsamenhangend verhaal is dat voornamelijk is afgeleid uit notariele stukken. Prof. Macco gaat verder:

2. Burgerlijke familie.

Wapen: In geel een zwarte ossenkop, met twee zwarte hoorns. Op de helm tussen een gele en een zwarte vleugel de ossenkop. (A., hirtschuftzenbuch)
Deze familie voerde reeds in de 15. eeuw de ossenkop in het wapen. Franz von Kettenis, geb. 1626, en Peter von Kettenis, geb. 1530, bevestigde in 1556 de oorspronkelijke vorm van het ''von Kettenis"" wapen. (A., Aach contra Guelich, bl. 401b)
Clais von Kettenis de oude was in 1430 lid van het gilde van Lewenberg en bezat in 1426 een plank in de vleeshal (Kockerelstrasze).
Johannes von Kettenis bezat in 1460 in de vleeshal een 12 voet lange plank, direct bij de ingang vanaf de Kockerel, die hij en zijn tweede vrouw Bele op 11 maart 1484 met de slager Lenz Neuten ruilde tegen een plank tegenover die van Johannes Kettenis, Wihelmus zoon (K., K405/1135). Zijn zoon Johannes von Kettenis d.j. (Joh. zoon) behield de vaderlijke plank tegen een jaarlijkse rente van 10 Gld., minus de aan Johann Eschweiler af te lossen grondrechten op 7 september 1484 van Lenz Neuten.
Wilhelm von Kettenis de vleeshouwer, verwierf op 21 mei 1472 bij openbare verkoping de Bertrams plank tussen de planken van Johann vo Muenster en Jacob Preis. In 1479 koopt hij van Katharina en Mettel, dochters van Johann Beust, een hoeve in Kortschel.
Wilhelm von Kettenis, zoon van de +Wilhelm,kocht op 20 april 1489 van Leonard Neuten drie huizen in Kortschel.
Johann von Kettenis, Wilhelms zoon, verkocht op 9 maart 1491 drie planken aan de vleeshouwer Gerard Meys.
Heinrich (Heine) von Kettenis genoemd Buergerhaus, vleeshouwer (1468), geacht en gezeten burger , X Benigna, dochter van Heinrich Burtscheid, genoemd Buergerhaus, die als weduwe Johann Bochholz in Leopard trouwde. Op grond van een gerechtelijk oordeel behield hij op 23 maart 1468 drie van Jacob Andries afkomstige huizen in Kortschel. (D., Konigst. Gr., bl 28)
Kinderen:
1. Lisgen X Gerard Fobus, die in 1533 met Johann von Bochholz een proces had over de vaderlijke nalatenschap. (W., F373/1528)
2. Johannes 1533.
3. Katharina, non in het Marienthaler klooster 1533.

                                    _________

Heyne von Kettenis, Heynmans zoon, kocht op 20 april 1485 van Guetgen, vrouw van Clais Hasenmuyl, de helft van een huis in de Judengasse.

                                    _________

I Clais von Kettenis, vleeshouwer in Kockerel, bezat meerdere huizen en een plank in de stedelijke vleeshal. Op 31 juli 1444 droegen Ida, weduwe van Clais, en haar kinderen Leonhard en Clais aan haar zoon en hun broeder Statz von Kettenis een huis en erf op de Bach (Johannesbach), tegenover het Proiszhuis tussen de schepenen Fetschyn Colyn en Simon Schuttelbeek, over en daarbij 3 Gld erfrente aan de vleesplank van Statz, die van Heine Heidenreich en Lambrecht von Kettenis afkomstig waren, waarna Statz van zijn erfdeel afstand deed. (W., K405/1135, bl 47)

Kinderen:

   1. Leonhard, 1444 geestelijke in de predikorde.
   2. Clais, 1444, bezat in 1460 twee planken in de vleeshal.
II 3. Statz von Kettenis, vleeshouwer op de Johannesbach in 1444, had in 1466 een plank tussen Hein von Kettenis en Gertrud Andries op wiens last hij op 4 februari 1463 aan Clais von der Heggen  1 Gld rente verkocht. Dit en een plank debiteerde zijn vrouw Gertrud, haar zoon Clais en haar kleinzoon Statz op 28 maart 1490 ten gunste van Johannes Scheins met 2 Gld rente. (d., Koenigst. orgr., bl 47b)
III Clais von Kettenis(Statz zoon) en zijn vrouw Katharina kochten in 1472 van Peter en Jacob von Gymenich 2 Gld ten laste van hun huis aan de Johannesbach, tussen Simon Schuttelbeek en schepen Colyn, evenals een vleesplank naast Leonard Neuten.
Kinderen:
     1. Statz, vleeshouwer, met Oekelgen zijn eerste vrouw en zijn broer Clais met Bele verkochten op 24 februari 1508 aan Balduin von Kettenis met Barbgen een huis en erf aan de Johannesbach, naast Clais von Inden en Heinrich Tybis, daarbij een 7 voet lange plank in de oude vleeshal, naast de plank van wijlen Lambrecht Neuten en naast Heine von Kettenis, tesamen voor 150 Gld. (W., K 405/1135, Bl 51b) Statz komt in 1498 voor als zwager van Bartholomeus en Engen Bries.
     2. Clais in 1508 met zijn eerste vrouw Bele genoemd.
     3. Dochter (Maria?) X brouwer Johann Bendell in 1499.
     4. Peter, sinds 1512 kanunnik in het Marienstift te Aken, +1547.
     5. Ida X Gregor von Holsit.
IV  6. Balduin von Kettenis, vleeshouwer, ook wel Balthasar genoemd, koopt als vrijgezel op 27 mei 1499 van Johann Bendel en diens derde vrouw Maria de helft van het huis Kettenis - twee woningen - in de Jacobstrasze tussen Johann von Montzen  en + Arnold Leyendecker. Op 20 juni 1499 deelde hij met zijn zwager Gregor von Holsit, de hem na de dood van Clais von Kettenis toegevallen twee huizen in de Jacobstrasze. Gregor verkreeg het huis naast Johann von Montzen, omhooggaand vanuit de Bennenstrasze, benevens twee huizen in de Bennenstrasze. Balduin daarentegen een huis en erf naast het slachthuis met toebehoren. Balduin X eerste echtgenote Barbgen. Zij verkregen op 18 maart 1501 van Gregor von Holsit en Idgen, diens tweede vrouw, het naast hun huis in de Jacobstrasze gelegen huis, voor jaarlijks 2 Gld rente. Op 24 april 1514 kochten zij van timmerman Johann Moere, als vertegenwoordiger van zijn vader Reinard Moere, een 4 voet lange plank in de oude vleeshal voor jaarlijks 3 Gld rente.
Balduin X tweede echtgenote Maria Bertrams. Beiden verkochten het in 1508 verkregen huis aan de Johannesbach aan burgemeester Adam von Zevel in Horn.
Over de nalatenschap van Balduin ontspon zich tussen de kinderen van het eerste en het tweede huwelijk een srtijd die in 1557 voor de rijksgerechtskamer kwam. (W., K405/1135)
Kinderen:
1. huw.  1 Wilhelm, dood in 1557, zijn weduwe Margareta (1568) werd in 1508 geboren. (W.,VO/24)
            2 Baltasar, dood in 1579, X Maria waarvan:
              a. Maria, 1557-1579
              b. Anna X Wilhelm Momma, 1581. Diaken van de gereformeerde gemeente.
              c. Barbara, dood in 1579, X Wilhelm Zinck.
Zij verkochten op 20 november 1579 aan de echtgenoten Gor Gordt Beisel en Grietgen de Groszen, Valkenstein op de Markt.
2. huw.   3 Clais, + in januari 1559, X Maria
             4 Peter,1580, uit het vleesgilde in de kleine raad gestemd, aanhanger der katholieke partij.
             5 Johann 1557

Aldus het verslag van Prof Macco.
Voorts heb ik met behulp van de website van "The Church of Jesus Christ of Latter-day Saints" een kwartierstaat kunnen samenstellen van de eerder door prof. Macco genoemde Anna von Kettenis (x Wilhelm Momma) die gedeeltelijk samenvalt met de gegevens van prof. Macco, maar ons terugbrengt tot midden 12.eeuw en tot voor het gebruik van de naam Kettenis. Deze kwartierstaat is als volgt :

1    Anna von Kettenis. *Aken ca 1560 (x Wilhelhelm Momma,Aken 1581).
2    Baltasar von Kettenis. *Aken ca 1505. +Aken 1579. Trouwde ca 1556 met:
3    Maria Bertrams Maigret *Aken ca 1520.
4    Balduin von Kettenis. * Aken 1476. Trouwde 1499 met:
5   Barbgen N.N. *Aken ca 1479.
8    Clais von Kettenis. *Aken ca 1476. Trouwde 1499 met:
9    Katharina N.N. *Aken ca 1451.
16  Statz von Kettenis. *Aken ca1419. +Aken 1490. Trouwde met:
17  Gertrude N.N. *Aken 1423.
32  Clais von Kettenis. *Aken 1387. +Aken 1444. Trouwde met:
33  Ida N.N. *Aken 1391
64  Tessen von Kettenis. *Aken 1350. +Aken 1428. Trouwde met:
65  N.N. von Damitz. *Aken 1350.
128 Dubblestaff von Kliest. *Aken 1320. +Aken 1385.
256 Kliest von Denzin. *Aken 1280.
512 Pribislaw Prisnibori. *Aken 1240. Hij trouwde met:
513 N.N. de Clest.
1024 Prisnibori II
 *Aken 1190. +1241.
2048 Jarislaus Prisnibori.
4096 Prisnibor I

8192 Gerezlav

Op grond van het vorige heb ik besloten om een hoofdstuk toe te voegen met de stamboom van Gerezlav. Dit alles is nogal speculatief, maar het zou wel eens de basis kunnen zijn van de burgerlijke familie Kettenis in Aken.


Later heb ik vastgesteld dat er in het huidige Aken nog tientallen Kettenissen moeten wonen.
Het is niet duidelijk in hoeverre er sprake is van enige verwantschap met de verder in deze website genoemde Nederlandsche families. Maar dat is niet onmogelijk en volgens de hieronder ontwikkelde hypothese zefs waarschijnlijk.

                                                         
                                                                        von Kettenis

Bovenstaand wapen werd gevoerd door het middeleeuwse burgelijke geslacht von Kettenis in Aken en omgeving.

 

Een nieuw idee, een hypothese.            Leidschendam 23 januari 2011

Uit het vorenstaande in het hoofdstuk geschiedenis en uit de inleiding is duidelijk dat er verschillende geslachten Kettenis zijn maar dat verwantschap tussen dezen nog niet is aan te tonen. Daarnaast wordt min of meer als vanzelfsprekend aangenomen dat de stamvaders in de verschillende geslachten allemaal uit Kettenis afkomstig zouden zijn en daarom de naam (van) Kettenis hebben. Dit heb ik echter nog nergens zwart op wit bewezen gezien. Verder is het zo dat de naam von Kettenis in de stad Aken al voorkomt in de 14. eeuw bij een burgerlijk geslacht en daarvoor zelfs bij een adelijk geslacht, alhoewel ik dat laatste even buiten beschouwing wil laten. Ik ben de naam Kettenis ook tegengekomen in het begin van de 17. eeuw (1600-1650) in verschillende Nederlandse steden zoals: Amsterdam, Kampen, Deventer, en nog meer. Verder natuurlijk als belangrijkste bakermat de stad Leiden en ook nog Maastricht en dat is wel heel dicht bij het oorspronkelijke stamgebied. Uit het voorgaande kan geconcludeerd worden dat de naam in het begin van de 17. eeuw in Nederland (en toen is men pas goed begonnen met registreren) en daarvoor in de stad Aken reeds ruimschoots gebruikt werd. Het zou dus logisch kunnen zijn dat deze naam toch afkomstig is van één persoon of familie die uit Kettenis is gekomen en daardoor deze naam draagt, maar niet noodzakelijkerwijs direct naar Nederland is gegaan maar bijvoorbeeld eerst naar Aken. Alle Kettenissen zouden daar dan nazaten van zijn en van daaruit zijn verspreid in de richting van Nederland. Dit alles lijkt mij zelfs waarschijnlijk maar ik sta open voor elke vorm van kritiek. Het is aan mij of anderen om dit ook daadwerkelijk te bewijzen. Dit is helaas nog niet gelukt. Later heb ik vernomen dat er in 1656 een grote stadsbrand is geweest in Aken en dat daarbij nogal wat archiefmateriaal verloren is gegaan. Bovendien is er ook tijdens de bestuurlijke omwerntelingen in de Franse tijd nogal wat verloren gegaan. Dit verklaart misschien waarom het moeilijk is om de aansluiting tusen de Nederlanse Kettenissen en de Akense te vinden. Onderzoek naar Duits archiefmateriaal uit die tijd geeft steeds problemen (het zijn steeds stuken en brokken die niet op elkaar aansluiten en voor 1650 is er weinig of niets). Het is misschien mogelijk om de verwantschap tussen de verschillende geslachten te bewijzen m.b.v. een DNA-proef maar dat moet ik nog verder onderzoeken en dit vraagt natuurlijk ook medewerking van nu nog levende personen en waarschijnlijk ook een behoorlijke financiele investering. Kortom, er is genoeg te doen  

                                

                                      

Naamverklaring

Relevant deel van een brief van de gemeente Eupen aan Dirk L.Kettenis. De tekst is als volgt:

Le Nom

        Formes anciennes : Ketteniss, Kettenys, Kettenyss, Kettenisse, Ketteneys, Kettenysse, Kettenes, Kettemes, Ketenis, Ketenys, Keyttenes, Keytenes, Keyteneys,Keteneuse, Kettenus, Kettenuss, Ketnis, Ketnes.

       Forme romane : Chettigneies.

       Forme latine : Cathenis

       Ce deux derniere formes, Chettigneies, dans une acte en francais de 1366, et Cathenis, dans le pouillé en latin de 1588, permettend d'atribuer á Kettenis une origine gallo-romaine.(le latin catena correspond á l'allemand Kette)
Voetnoot bij Kette :
       Le nom parait provenir de l'existence a cet endroit d'une barriage de chemin au moyens de chaines. Le village de Cattenes, au bord de la Moselle, doit son origine a une barriere de ce genre sur la riviere, a l'epoque romaine. La passe la plus étroite des bouches de Cattaro, qui était fermée autrefois avec des chaines, est dénommée Catene.
       Les toponymistes ont donné de nom de Kettenis des explication qui ne sont pas acceptables. L'un, partant du latin catenis,"aux Chaines", y voit un rapport avec les chaines de tisserand, metrier florissant dans la localité, mais seulement aux siecles derniers. Un autre fait dériver du latin Catanus "genévrier" le nom de Kettenis, dans lequel il voit une forme germanique de Catanicia, "bois de genévriers", alors que la nature du sol de la region ne permet pas d'y admettre pareille abondance de cette cupressinée.

Vertaling door Rien van Dam-Baggen:
Deze laatste twee vormen, Chettigneies, in een Franse akte uit 1366, en Chatenis, in het Latijnse register uit 1588, maken het mogelijk om aan Kettenis een Galloromeinse oorsprong toe te kennen (het Latijnse catena, ketting, verbinding, komt overeen met het Duitse woord Kette).

Voetnoot bij Kette:
       De naam lijkt afgeleid te zijn van het op die plaats voorkomen van een wegversperring door middel van kettingen. Het dorp Cattenes, aan de oever van de moezel, dankt zijn oorsprong in de Romeinse tijd aan een dergelijke versperring in de rivier. De smalste vaargeul van de mondingen van Cattaro, die vroeger afgesloten was met kettingen, heeft de naam Catene gekregen.
       Plaatsnaamdeskundigen hebben verklaringen voor de naam Kettenis gegeven die niet erg aannemelijk zijn. De ene, uitgaande van het Latijnse woord catenis, legt een verband met de kettingen van wevers, een bloeiend beroep in het dorp, maar pas in latere eeuwen. Een andere verklaring voert de naam Kettenis terug op het latijnse woord catanus, jeneverstruik, waarin men de Germaanse vorm catanicia herkent, jeneverstruikbosje, terwijl zo'n grote hoeveelheid cypresachtigen daar door de bodemgesteldheid helemaal niet kan gedijen.

 

Een familiewapen.

Na vrij uitgebreid onderzoek ben ik er niet in geslaagd om een familiewapen voor de moderne Kettenis-familie's te vinden. Ik heb daarom besloten om een poging te doen om zelf een familiewapen te ontwerpen voor alle mannelijke nakomelingen van Michiel van Kettenis en eventuele bastaarden met die naam. Het staat namelijk tegenwoordig een ieder vrij om dit te doen mits geen auteursrechten e.d. geschonden worden. Daarbij is rekening gehouden met het feit dat de familie zijn belangrijkste ontwikkeling heeft gehad in de stad Leiden. Verder nog dat de familie afkomstig is uit de plaats Kettenis en de daarbij behorende naamsverklaring. In het wapenschild zien we dan ook de sleutels uit het wapen van de stad Leiden en de merletten uit het wapen van de plaats Kettenis. Daarover twee gekruiste kettingen, zijnde de waarschijnlijke oorsprong van de naam (zie Naamsverklaring). Verder zien we als helmteken het symbool dat door wevers gebruikt wordt (een schietspoel) en weer twee uitkomende kettingen. Een provisorische schets van dit ontwerp is hieronder weergegeven. Ik roep de lezer op om commentaar te leveren op de heraldische fouten en de artistieke uitvoering.
                                        
                                          

                                           

                                                wapenschild Kettenis

 

Merletten en kruisvaarders

Uit contacten met Hennie Kettenis is mij duidelijk geworden dat de naam Kettenis op Cyprus veel voorkomt. Hoe kan dat, een speling van toevallige woordgelijkenis? Het lijkt niet erg waarschijnlijk. 
Volgens Cyprioten zou deze naam afkomstig zijn van kruisvaarders uit West Europa.
Later kwam ik bij heraldisch onderzoek met betrekking tot de naam Kettenis achter de betekenis van de drie vogeltjes (zie prof. Macco), oftewel merletten,in het wapen van adellijke Kettenissen. Volgens de heraldische symboliek duiden deze vogeltjes op het verlaten van de moedergrond, terwijl het aantal van drie een christelijke symboliek inhoudt, verwijzend naar de Heilige Drievuldigheid, als erkenning voor de deelname aan de kruistochten. Zou dus toch op die manier de naam Kettenis op Cyprus zijn terechtgekomen?

                                                                           

                                           

                                           

Maak jouw eigen website met JouwWeb